Begeleid hond en kind en voorkom zo ongelukken
Honden zijn steeds meer een onderdeel van ons leven. Dit zie je onder andere terugkomen in foto’s en filmpjes die mensen delen op het internet. Het zijn onder andere ook deze foto’s en filmpjes en een schrijnend geval waar ik bij was geroepen wat mij heeft besluiten om dit artikel te schrijven. En de hond trekt in zo’n geval eigenlijk altijd aan het kortste eind. Door dit artikel hoop ik een beter inzicht te geven in de situatie waardoor honden en kinderen samen kunnen leven in een huis zonder dat er gevaarlijke situaties ontstaan.
Vaak wordt de situatie beoordeeld vanuit het perspectief van het kind. Het kind moet veilig zijn en de hond moet zich daarin schikken. Maar in een huis waar mens en dier samenleven, is het nodig om vanuit beide kanten te werken aan dit verbond. Je kunt niet van een hond verwachten dat deze zo maar alles zal accepteren en goed vinden. Een hond leeft volgens wat geleerd is, maar ook volgens instincten zoals deze nog gelden in de natuur. Een hond kan niet in onze taal communiceren en zal daarom zijn eigen taal gebruiken om ons duidelijk te maken wat er gebeurt. Door deze signalen op te vangen, kun je er bewust iets mee doen. Soms is het nodig om gedrag te veranderen, ook dan zijn de signalen handig zodat je weet wanneer je over de grens aan het stappen bent. Een grens is per definitie nooit strak en altijd flexibel. Je kunt dus, indien nodig, grenzen verleggen. Doe dit met beleid en help je hond om deze nieuwe grenzen te bereiken. Door de grens ver te passeren en voet bij stuk te houden, zal dit leiden tot een strijd die geen van beide partijen winnen. Aan de andere kant is het ook nodig om kinderen op te voeden zodat ook zij weten wat wel en niet kan. Als een kind nog te jong is, zorg dan in ieder geval dat de situatie altijd veilig blijft. Soms is het daarvoor nodig dat kind of hond even apart gezet wordt. Bijvoorbeeld wanneer je zelf even de kamer uit moet. Zo voorkom je onveilige situaties.
Introductie
De eerste vraag die je je kunt stellen, is: “hoe introduceer je een hond bij een baby?” Een valide vraag omdat je niet wilt dat de baby iets overkomt, en wilt dat de hond de baby gaat accepteren. Voordat de baby komt, is het goed om de hond in zekere mate onder controle te kunnen houden. Basiscommando’s zoals zit, lig en blijf kunnen je helpen als je even geen hond om je heen kunt hebben wanneer je bezig bent met de baby. Als je hond deze commando’s nog niet kent of niet goed genoeg beheerst, probeer deze dan vóór de komst van de baby beter getraind te krijgen. Je kunt afwisselen door de hond het blijf commando te geven, terwijl je door de kamer loopt, op de grond gaat zitten of een andere activiteit doet.
In veel huizen is een thuiskomt een moment van enthousiasme en opwinding. Helemaal als iemand voor langere tijd weg is geweest, zoals misschien het geval is bij een bevalling in het ziekenhuis. Omdat je graag wilt dat de introductie goed verloopt, is het verstandig om de hond eerst de begroeting te geven zonder dat de baby er bij is. Dit kun je doen door de baby eerst even in een andere kamer te leggen of dat een familielid zich ontfermt over het kind.
Pas wanneer de rust is wedergekeerd, kun je de baby gaan introduceren. Dit betekent niet dat de hond meteen bij de baby mag. Dit is helemaal afhankelijk van hoe onrustig de hond wordt wanneer de baby binnen wordt gebracht. Indien nodig kun je de hond aanlijnen zodat je onwenselijke situaties kan vermijden. Want veel honden worden onrustig of enthousiast bij de binnenkomst van een baby. Als de hond rustig is, kun je de hond toenadering laten zoeken. Het kan zijn dat dit teveel opwinding geeft bij de hond. Als dat zo is, laat de hond dan in stapjes dichterbij komen. Blijft hij onrustig, laat hem dan niet bij de baby komen. Bij sommige honden duurt het meerdere keren voordat ze leren rustig te blijven. Forceer dan geen ontmoeting de eerste keer dat ze elkaar zien. Neem er de tijd voor en misschien wel meerdere keren over een aantal dagen verspreid. Bedenk dat de hond en de baby er nog wel langer zijn en dat een paar dagen dan ook niet uitmaakt. Wat wel uitmaakt, is dat de
ontmoeting goed verloopt.
Luiers
Er zijn veel honden die poepluiers meer dan interessant vinden. Het komt dan ook regelmatig voor dat een hond zich de luier gaat toe-eigenen. Terwijl je met de baby bezig bent en deze op de commode ligt, wil je ook nog de hond tegenhouden. Dit zorgt voor vervelende situaties. Het is beter om ervoor te zorgen dat je rust hebt tijdens het verschonen. Als je hond aast op de luiers, verschoon de baby dan in de babykamer. Zorg ervoor dat de hond niet in die kamer komt. Doe bijvoorbeeld de deur dicht, maak er een trap hekje voor of train je hond dat hij niet over de drempel komt. Zorg in ieder geval voor een situatie waarbij het veilig blijft voor de baby, je zelf rustig de luier kunt verschonen en je niet bezig hoeft te zijn met de hond.
Kruipen
Er komt een moment dat de baby gaat kruipen en zelfstandig op pad gaat. Dit is de periode dat je de baby nog niet kunt leren om de hond met rust te laten en de baby de signalen van de hond niet zal begrijpen. De baby ziet alleen een levende knuffel en wordt daar vaak door aangetrokken. Maar als je kijkt naar de reacties van een hond, zie je dat deze dit vaak niet fijn vindt. De motoriek van een baby is nog niet goed ontwikkeld waardoor ze onbesuisde bewegingen maken. Om nog maar niet te spreken over trekken aan de haren, oren of de staart van de hond. Het slaan op het lichaam of andere handelingen die een hond niet fijn vindt. Als reactie op deze handelingen zie je dat de hond wegkijkt, grote ogen opzet, gaapt, smakt, in de lucht likt of wegloopt. Allemaal signalen die aangeven dat de baby te ver gaat.
Als dit gebeurt, haal dan de baby weg bij de hond. Doe je dit niet en de baby gaat door, dan is de hond genoodzaakt om op te schalen in de communicatie. Hij ziet dat de gegeven signalen niet werken en moet dan iets gebruiken wat duidelijker overkomt: de hond kan bijvoorbeeld de lip optrekken of gaan grommen. Vaak zie ik op dat moment dat de hond een correctie krijgt terwijl hij alleen probeert aan te geven dat er iets gebeurt wat niet in de haak is. Door wel de baby weg te halen, zorg je ervoor dat de hond weer rust krijgt en geen signalen hoeft te gebruiken die niet wenselijk zijn. Omdat de baby nu zelfstandig op pad kan gaan, is het belangrijk om altijd een oog op de hond en/of baby te houden. Kun je dit niet, zorg er dan in ieder geval voor dat vervelende situaties niet kúnnen ontstaan. Doe de baby bijvoorbeeld in de box of de hond in de bijkeuken of in de hal. Het tijdelijk in een andere ruimte plaatsen van de hond is niet zielig en altijd beter dan wanneer de hond moet gaan grommen of de lip op moet trekken.
Knuffelen
Als de baby opgroeit, zie je vaak dat ze meer behoefte krijgen om de hond te gaan knuffelen. Een periode die zéker begeleiding nodig heeft. Kijk hier maar eens naar de foto’s van het meisje dat de hond knuffelt. Ogenschijnlijk lief en aardig en ook veel gezien op de foto’s die gedeeld worden op internet. Maar als je nu naar de hond kijkt, zie je een ander verhaal. Het is dat deze hond – en met deze vele anderen – sociaal is, dat er niets gebeurt. Toch geeft de hond aan dat het niet fijn is. Dit kun je op de eerste foto zien doordat de bek van de hond dicht is. De oren naar achteren zijn getrokken en de hond weg probeert te kijken. Dit gebeurt alleen met de ogen omdat de kop wordt vastgehouden. De hond wil oogcontact vermijden om zo niet in een conflict te komen. Op de tweede foto heeft de hond ervoor gekozen om de druk te verlagen door de kop weg te draaien. Het meisje gaat met de hond mee en houdt nog steeds de kop tegen. Haar hoofd nog steeds dichtbij. Daarbij kan de hond geen kant op, want achter de hond is een salontafel. Dit is een situatie waarbij de hond een snauw kan geven. Hij heeft immers al aangegeven dat hij het niet leuk vindt, maar toch gaat het meisje door.
Een ander moment waarop ik regelmatig hoor dat het fout gaat, is wanneer een kind de hond nog even een nachtkus wil geven. Ook dit is alleen maar goed bedoeld, maar een kind dat recht op de hond afloopt (bedreiging 1), de kop van de hond vastpakt (bedreiging 2) en vervolgens haar gezicht naar die van de hond toe brengt (bedreiging 3) kan ervoor zorgen dat de hond uithaalt. Helemaal als de hond op zijn eigen plek ligt te rusten of met een bot bezig is.
Uitlaten
Van de week zag ik het nog bijna fout gaan. Een meisje van nog geen tien jaar oud had een Duitse herder vast. Haar oma stond gezellig te praten met een buurvrouw. Ik kwam op een afstand van zo’n honderd meter langs. En hoewel dit een aardige afstand was, vond de herder onze honden wel erg interessant. Aan de andere kant, gelukkig dat het deze afstand was, want als ik dichterbij had gelopen, was de herder meteen naar mij toegekomen. Het meisje was wijs genoeg om in te zien dat de hond steeds meer naar voren begon te gaan en riep haar oma er snel bij. De oma echter, nog steeds in gesprek, hoorde het meisje pas na een vrij lange tijd maar nam toen gelukkig snel de lijn over.
Situaties als deze zijn niet zeldzaam. En het komt dan ook zeker voor dat kinderen los moeten laten omdat ze de hond niet vast kunnen houden. Maar ook dat kinderen alleen de hond mogen uitlaten, terwijl ze de hond fysiek niet aan kunnen. Nu kan de situatie zo zijn dat jouw hond alleen maar wil spelen. Maar ook dit enthousiasme kan ervoor zorgen dat een kind de hond los moet laten of achter een hond wordt aangetrokken. Of een andere hond valt jouw hond aan. Wat kan een kind dan doen om ervoor te zorgen dat je hond veilig is?
Het is natuurlijk goed om een kind te leren hoe ze met een hond kunnen wandelen. Zorg er dan in ieder geval voor dat je zelf ook de hond vast kunt houden. Dit kun je doen door een aparte riem vast te maken die je zelf vasthoudt of door gebruik te maken van de 365 trainingsriem zoals op
de foto te zien is.
Iets lekkers geven
Natuurlijk is het leuk als een kind een hond wat lekkers kan geven. Wees alleen bewust dat eten behoort tot de primaire levensbehoefte van een hond. Veel honden zijn gretig om iets te eten of wat lekkers te krijgen. Een kind is geen partij voor de hond als deze besluit om het kind te helpen en het lekkers afpakt. Het is daarom belangrijk om er bij te blijven als een kind de hond iets lekkers geeft. Zorg ervoor dat de hond niet opdringerig kan worden (zie foto) en als het kind de hond wat geeft, dat dit op een open hand ligt. Als het koekje tussen de vingers wordt gehouden en de hond is hebberig of ongeduldig, kan het zijn dat de vingers tussen de voortanden komt. Voor het kind is dat minimaal een vervelende ervaring omdat het pijn doet. Om te voorkomen dat het geven van iets lekkers een pijnlijke ervaring wordt, is het beter om het lekkers te geven op een open hand. De hond kan het er dan zo afpakken.
Aaien
Aaien, eerst vragen. Een mooie slogan die helemaal waar is. Het kan zo maar dat een hond niet vriendelijk is tegenover mensen of in het bijzonder tegenover kinderen. Dit laatste omdat kinderen vaak te druk zijn of te hardhandig bij het aanraken van de hond. Veel volwassenen vinden het al moeilijk om een hond goed te kunnen lezen. Laat staan dat je dit kunt verwachten van een kind. Een eigenaar weet als geen ander of de hond vriendelijk is naar kinderen.
Als een kind de hond mag aaien, is er natuurlijk een goede en een slechte manier. Leer je kind om nooit over een hond heen te hangen. Dit kan als bedreigend overkomen en een hond vindt dit niet fijn. Ook aaien over de kop, wat meestal de eerste handeling is, wordt door veel honden niet fi jn gevonden. Op de foto rechtsboven zie je dat de hond de kop naar beneden doet om zo te ontkomen aan de hand die van boven komt. Beter is het als je je kind leert om onder de kin te kriebelen. Ook kan de hond geaaid worden langs de flank of over de rug. Wil je het helemaal goed doen, leer je kind dan te aaien tot aan de heupen. Veel honden vinden het niet fijn om daar voorbij aangeraakt te worden.
Honden en kinderen kunnen goed bij elkaar. Maar om dit altijd goed te laten verlopen, is het wel nodig om hond én kind op een goede manier te begeleiden bij het proces. Zo kun je voorkomen dat er ongelukken gebeuren.