Artikel geschreven door Angela van Iersel
praktiserend dierenarts bij De Limes Diergezondheidscentrum
Als we het over darmparasieten hebben, wordt er vaak meteen aan wormen gedacht. In het maagdarmkanaal van onze huisdieren kunnen echter ook nog andere parasieten voorkomen.
Giardia is hiervan de meest voorkomende. Giardia is een zogenaamde flagellaat, een klein eencellig organisme met acht flagellen (“sliertjes”).
Giardia kan in het maagdarmkanaal voorkomen zonder problemen te geven, deze dieren kunnen wel periodiek besmettelijke cystes uitscheiden en zo andere dieren besmetten. Met name bij jonge, oude, zieke of gestresste dieren (bijvoorbeeld dieren in een asiel/pension) kunnen symptomen gezien worden, omdat bij deze dieren de weerstand lager is.
Symptomen van Giardia:
Vaak zien we een steeds terugkerende diarree, waarbij de ontlasting brijachtig is en erg kan stinken. Ook kan er veel slijm of zelfs bloed bij de ontlasting zitten. Door aantasting van de darmfunctie wordt ook het voedsel slechter verteerd waardoor de hond af zal vallen en vaak wat minder actief zal zijn. Veel dieren zijn wat misselijk en kunnen makkelijk overgeven. De eetlust blijft over het algemeen wel gewoon aanwezig. Ontwormen of aanpassen van de voeding heeft meestal geen effect of de diarree gaat maar voor een paar dagen over. Bij met name pups word af en toe een heel heftige reactie op giardia gezien waarbij de dieren binnen een paar uur doodziek zijn. Ze blijven braken, zijn wat in shock en hebben flinke buikpijn door extreme motiliteit van de darmen.
Hoe stellen we de diagnose:
Giardia is in twee verschillende vormen aan te tonen. Het parasietenstadium (trofozoïeten) vinden we in de dunne darm en is een klein zweepdiertje met flagellen. Het is zelden aan te tonen in de ontlasting omdat het parasietenstadium buiten het dier snel dood gaat. In heel verse (nog warme) ontlasting is het soms onder de microscoop te zien.
Uit elke trofozoïet ontstaat een besmettelijke cyste die via de ontlasting uitgescheiden wordt en zo door andere dieren opgenomen kan worden en hier weer voor besmetting kan zorgen.
Het opnemen van 10 cysten is al voldoende om bij verminderde weerstand een infectie aan te laten slaan. Een geïnfecteerd dier kan meer dan 100.000 cysten uitscheiden per ontlastingsbeurt. Zo’n 7 dagen na besmetting worden de eerste cysten uitgescheiden gedurende een periode van 4-5 weken. De cysten kunnen bij de juiste weersomstandigheden (koel en vochtig) weken tot maanden besmettelijk blijven. Ook dieren zonder symptomen kunnen cysten uitscheiden en zo anderen of zichzelf weer (her)besmetten.
De diagnose wordt gesteld door middel van ontlastingonderzoek. Omdat de uitscheiding van cysten intermitterend is (dit wil zeggen niet elke dag) doen we dit in een verzamelmonster van 3 dagen. Omdat we bij microscopisch onderzoek de Giardia parasiet of zijn cysten makkelijk kunnen missen gebruiken we hiervoor een sneltest die gemaakt is voor het aan tonen van Giardia DNA. Op deze manier kun je ook de dode parasiet of stukjes hiervan aantonen.
Behandeling:
Giardia is met medicijnen goed te behandelen. Belangrijk is om alle honden en katten in huis te behandelen ook als ze geen diarree hebben. Deze behandeling zal zijn met fenbendazol of metronidazol gedurende 5 dagen, twee weken later moet dan nogmaals voor 5 dagen behandeld worden. De dierenarts kan afhankelijk van de symptomen bij uw huisdier het behandelplan eventueel aanpassen. Daarnaast is het belangrijk om de omgeving goed aan te pakken omdat de cysten in de omgeving anders erg lang voor een nieuwe (her)besmetting kunnen zorgen.
Wat betekent dit concreet:
- Alle honden en katten in huis behandelen met medicatie gedurende 5 dagen
- Op dag 3 en 5 van de behandeling de dieren wassen, in ieder geval het gebied rond de anus om cystes die hier achter gebleven zijn te verwijderen. Het dier kan zich dan niet op deze manier weer herbesmetten.
- Eventueel knippen/ scheren van de beharing rond de anus om achterblijven van ontlasting te voorkomen.
- De mand, kattenbak, voer- en drinkbakken, speeltjes dagelijks schoonmaken met kokend water.
- Kleedjes waar het dier op ligt zo warm mogelijk en zo vaak mogelijk wassen. Bij voorkeur tijdelijk laten slapen op een handdoek of kleed dat dagelijks in de was kan.
- Muren, wanden, vloer etc. waar uw huisdier komt zo goed mogelijk reinigen. De Giardia cysten zijn te doden door verhitting (kokend water), chloor en stoom.
- Opletten waar de hond uitgelaten wordt en opruimen van de ontlasting van uw huisdier. De ontlasting is besmettelijk en kan zo weer andere dieren besmetten.
Aan het eind van de tweede behandeling moet dan weer voor drie dagen ontlasting opgevangen worden om te kijken of het dier nu negatief is op Giardia. Opvangen moet 5-7 dagen na de behandeling omdat we anders het risico lopen dat de uitslag vals positief is. Is er nog steeds sprake van diarree aan het eind van de 5 daagse behandeling dan kan de behandeling met 3-5 dagen verlengd worden.
Is het monster nog steeds positief dan moet de Giardia nogmaals, langer of met een ander middel behandeld worden.
Let op:
Giardia is een zoönose wat wil zeggen dat het door dieren op de mens overgebracht kan worden. Met name kinderen zijn hier gevoelig voor. Mensen met Giardia hebben ook diarree en vallen duidelijk af. Hygiëne is belangrijk om besmetting te voorkomen. Was na contact met uw dier meteen uw handen. Een eventuele besmetting moet behandeld worden, neem hiervoor contact op met uw huisarts en vertel dat er bij uw huisdier Giardia vastgesteld is.